
Omdat ik had gehoord dat je van druivenblad een goede witte wijn kunt maken besloot ik vorig jaar om dat eens te proberen. Helaas werd dat een mislukking. Het recept dat ik gebruikte was blijkbaar niet geschikt voor ons druivenras. Een beetje wijndrinker weet dat er enorme verschillen zijn tussen druivenrassen. Dat geldt hoogstwaarschijnlijk ook voor het blad. De wijn die ik maakte was dun van smaak en zuur. Na eerste heveling was de smaak wat verbeterd, maar niet goed genoeg. En tot overmaat van ramp is hij uiteindelijk bedorven en door de gootsteen gespoeld.
Langs het overdekte deel van het terras groeit een druif. Inmiddels is het alweer tijd voor de eerste snoei, een druif is een enthousiaste groeier. Dit jaar wilde ik weer druivenbladwijn maken, maar nu volgens mijn eigen recept. Ik wil gewoon de basiswijn gebruiken die ik ook voor vlierbloesem en walnoten heb gebruikt. Ik verzamelde een emmer vol jong blad en ranken en ging aan de slag.
Het blijft natuurlijk spannend of dit wel het goede recept is, maar ik houd onze gasten op de hoogte.

- Kook ca. 7 liter water en los daarin 2 kg suiker op.
- Overgiet de bladeren hiermee (kokend heet!), dek goed af met een doek en laat 24 uur staan.
- Zeef de bladeren uit de vloeistof.
- Voeg 500 gram gehakte ongezwavelde rozijnen toe, wijngist, het sap van 4 citroenen en 2 sinaasappels, 6 gram gistvoeding, 6 gram vitamix.
- Giet het geheel in een gistingsfles en sluit af met een waterslot.
- Hevel af als de laag gist op de bodem een of twee centimeter is. Soms is dat na een week al nodig, soms kun je enkele weken wachten.